Een vrouwelijke Eneas?
Spelen met andere teksten
1. De Aeneis
Het klassieke werk bij uitstek van de Romeinse Oudheid is
het epos van Vergilius, de Aeneis (19 v. Chr.). Het verhaalt
hoe de schoonzoon van koning Priamus, Aeneas, uit het
brandende Troje ontvlucht, hoe hij door de godin Juno met
rampspoed wordt achtervolgd, in Carthago een liefdesaffaire
beleeft met Dido, maar door de goden naar Italië wordt
gestuurd waar hij Latium op Turnus verovert, die hij in een
tweegevecht doodt. Hij vestigt een dynastie, het geslacht der
Julii, waaruit Romulus en Remus, maar ook Julius Caesar en
keizer Augustus voortkomen.
Het epos heeft een onwaarschijnlijke invloed uitgeoefend op
de westerse kunst en literatuur. In de middeleeuwen gold
Vergilius als één der grootste autoriteiten van de Oudheid.
Een goede inhoudsomschrijving hebben we op internet niet
gevonden (zie eventueel hier
of hier); daarom
geven we zelf een korte inhoud.
Boek I verhaalt hoe Aeneas tijdens zijn vaart naar
Italië tengevolge van een door Juno ontketende storm op de
kust van Lybië geworpen wordt en tenslotte dankzij de hulp
van zijn moeder, de godin Venus, geherbergd wordt door Dido,
de koningin van de recent gestichte stad Carthago.
Boek II Tijdens een feestmaal beschrijft Aeneas in
Dido's paleis de ondergang van Troje: eerst de episode met
het houten paard, vervolgens de brand van de stad en
tenslotte zijn vlucht samen met zijn oude vader Anchises,
zijn zoontje Ascanius-Iulus en een aantal van zijn
volgelingen.
Boek III De held zet zijn verhaal voort met de
evocatie van de avonturen die hij beleefde tijdens zijn
zoeken naar een nieuw vaderland, dat pas na verschillende
profetieën als Italië kon vereenzelvigd worden.
Boek IV schildert de passie van Dido voor Aeneas;
deze laatste blijft niet ongevoelig en schijnt zelfs zijn
reisdoel Italië te vergeten, maar na een vermaning van
Jupiter besluit hij de verhouding af te breken en heimelijk
uit Carthago te vertrekken. Dido pleegt zelfmoord met het
zwaard van Aeneas. Ze stort zich stervend op een
brandstapel.
Boek V beschrijft de lijkspelen die Aeneas op
Sicilië houdt ter ere van de inmiddels overleden Anchises
alsook een mislukte poging van Juno om de Trojaanse vloot te
vernielen.
Boek VI verhaalt Aeneas' afdaling in de
onderwereld in gezelschap van de sibylle van Cumae. Hij ziet
er verschillende gestorven bekenden terug, waaronder Dido.
In de Elyseïsche Velden zet de schim van Anchises het
proces der zielsverhuizing uiteen en voorspelt de
toekomstige grootheid van zijn geslacht en van Rome.
Boek VII Aeneas bereikt zijn einddoel Latium; hij
wordt er gastvrij onthaald door koning Latinus, die hem zijn
dochter Lavinia tot vrouw wil schenken. Juno stuurt echter
de furie Allecto om een oorlog te ontketenen tussen de
Trojanen en Turnus, de afgewezen pretendent van Lavinia. De
Latijnen kiezen partij voor Turnus.
Boek VIII verhaalt hoe Aeneas hulp gaat zoeken in
het rijk van Euander dat zich uitstrekt op de plaats waar
later Rome zal verrijzen. Deze geeft hem zijn zoon Pallas
mee en doet hem tot aanvoerder kiezen van een leger Etrusken
die Turnus zullen bekampen. Op verzoek van Venus smeedt
Vulcanus voor Aeneas een goddelijk schild waarop hij als
versiering de toekomstige geschiedenis van Rome tot in de
tijd van Augustus aanbrengt.
Boek IX beschrijft de bestorming van het Trojaanse
kamp door Turnus; de beroemdste episode hieruit is de
tragisch eindigende doorbraakpoging van de twee vrienden
Nisus en Euryalus.
Boek X bestaat volledig uit gevechten: Turnus
doodt Pallas, terwijl Aeneas Mezentius, een tiran die aan de
kant van Turnus vecht, doodt.
Boek XI verhaalt hoe de strijd, na een korte
wapenstilstand om de doden te begraven en een mislukte
poging van Latinus om de vrede te herstellen, weer
ontbrandt, ditmaal met als hoofdfiguur de amazone Camilla,
die haar hulp aan Turnus met de dood zal moeten bekopen.
Boek XII beschrijft het tweegevecht tussen Aeneas
en Turnus. Juno poogt tevergeefs deze fatale confrontatie te
verijdelen, maar moet zich bij de wil van het Lot
neerleggen. Aeneas behaalt de overwinning, wil eerst zijn
vijand sparen, maar doodt hem tenslotte om Pallas te wreken.
Met dit bloedig tafereel eindigt het werk.
Op internet zijn mooie afbeeldingen te vinden met
miniaturen uit de oudst bekende, geïllustreerde boeken op
perkament (o.m. de zogenaamde Vergilius Romanus van
omstreeks 500; zie hier;
een ander handschrift, de 5de-eeuwse Vergilius Vaticanus,
heeft ook een aantal miniaturen, zie hier).
Ik geef er twee weer met wat commentaar:
De eerste afbeelding geeft de vreselijke storm weer die de
schepen van Aeneas op de Lybische kust doet belanden. De
winden worden voorgesteld door blazende goden. De Trojanen in
de schepen dragen een zogenaamde Phrygische muts (Phrygië =
het gebied rond Troje). In de 18de eeuw werd deze muts opnieuw
gebruikt, dit keer als symbool voor de Franse revolutie. Dat
was een bewust teruggrijpen naar de Oudheid (neo-classicisme).
Slaven die werden vrijgelaten kregen de muts zo gauw ze tot
Romeins burger werden benoemd. Daarmee werd de muts het
symbool van de vrijheid.
Aeneas doet Dido het relaas van de vernietiging van Troje.
De Trojanen vinden na de terugtrekking van de Grieken de
naakte gevangene Sinon, die hen vertelt dat ze het houten
paard in Troje moeten binnenhalen. Priamus spreekt de
gevangene toe en Hecuba kijkt van op de tinnen van de stad
toe. Merkwaardig zijn de aureolen om de belangrijkste
personages aan te duiden.
De structurele tweedeling van het Romeinse epos is bekend:
het eerste deel staat nog helemaal in het teken van het
verleden (Troje), het tweede deel verwijst naar de grootse
toekomst van het Julische geslacht (Rome). Rome wordt
werkelijk het nieuwe Troje. Dit wordt o.m. door "flash
backs" en "flash forwards" tot uitdrukking
gebracht.
[hier komt nog een schemaatje]
2. De Aeneis in de middeleeuwen
Het is intussen algemeen bekend dat middeleeuwse clerici de
meeste antieke teksten erg goed kenden. Doorgaans beperkten ze
zich evenwel niet tot een admiratieve imitatio, maar gingen ze
er creatief mee aan het werk. Dat deden ze zeker wanneer ze
van de klassieke canon bewerkingen in de volkstaal brachten
(de zogenaamde "antikiserende verhalen"). Eén van
de belangrijkste werken uit dit genre is de Anglo-Normandische
Roman d' Eneas.
Deze anonieme roman van ca. 1155 is typisch voor de
renaissance van de antieke literatuur aan het hof van Hendrik
II en Eleonora van Aquitanië. De thematiek van
"armes/amors", dit wil zeggen ridders die zich
overtreffen in de strijd uit liefde voor een jonkvrouw, maakt
in het werk steile opgang. In de Aeneis was de naam
Lavinia in de eerste regels een geografische aanduiding:
Arma virumque cano, Troiae qui primus
ab oris
Italiam, fato profugus, Laviniaque venit
litora…"
[= Ik zing van oorlog, ik zing van de man die het eerst door
het lot van Trojes kusten verjaagd naar Italië kwam aan het
Lavinische strand…]
In de rest van het epos is Lavinia nauwelijks meer dan een
vrouwennaam. In de Roman d'Eneas worden aan het
onervaren meisje dat de liefde ontdekt duizenden verzen
besteed. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Dido, wier
liefdesonrust 's nachts door Vergilius in één nuchtere zin
wordt gesuggereerd: "de liefde ontzegt aan haar leden een
rustige slaap" (begin boek IV). De Romeinse dichter was
duidelijk niet in de vrouwelijke psyche geïnteresseerd. De
Franse dichter heeft op een geniale wijze de plechtige ernst
en het episch gedragene van Vergilius met de lyrische
ontboezemingen en de amoureuze sentimentaliteit van Ovidius
verbonden. Dit Ovidius-in-Vergilius zou de dichters een aantal
nieuwe gevoelsregisters ter beschikking stellen: grote onrust
en uiterste verwarring bij het ontluikende liefdesgevoel (de
zogenaamde Ovidiaanse liefdespathologie), gelukzalige vreugde
bij de liefdesontmoeting, onstuimige hartstocht, wanhoop en
zelfmoord uit liefde... Hoe exponentieel de interesse voor de
liefde is toegenomen bewijzen de volgende cijfers: in het
oudste antikiserende verhaal, de Roman de Thèbes,
wordt zowat 5% van de verzen besteed aan liefdesscènes; in de
Roman d'Eneas is dat bijna 30%. En in de Eneasroman
van Hendrik van Veldeke (ca. 1185) heeft de liefde nóg aan
belang gewon-nen. Maar liefde blijkt enkel een hoge waarde te
zijn als ze "met mate" wordt beleefd en in
overeenstemming is met de maatschappelijke rol van de mens,
met zijn plicht: niet de liefde van Dido dus, wel die van
Lavinia.
De bovenstaande miniatuur uit een Bourgondisch handschrift
van het werk van Vergilius, laat in vier tafereeltjes de al te
passionele liefde van Dido en de gevolgen daarvan zien: Dido
praat met haar zus over haar liefde, de jachtpartij die in een
vrijpartij eindigt, Aeneas die - aangespoord door Venus -
Carthago verlaat en Dido die zich stervend in de vlammen
werpt.
Behalve de toename van de rol van de vrouw (en de liefde)
en de strijd in dienst van de geliefde, zijn er nog een aantal
verschillen met het Romeinse epos. De middeleeuwse dichter
heeft de indeling in boeken laten vallen en heeft de
verhaalstructuur verstrakt: hij vertelt het verhaal van in den
beginne (ordo naturalis) en vermijdt op die manier de grote
flash back in de boeken II en III bij Vergilius, die zijn
verhaal in medias res begon met de vreselijke storm (ordo
artificialis).
3. Een uitzonderlijke roman
De gelijkenissen tussen de Aeneis (en zijn
middeleeuwse versie, de Eneasroman), en de Roman van
Limborch zijn opvallend. Maar de structurele gelijkenissen
(tweedeling, 12 boeken) zijn mijns inziens enkel een signaal,
een uitnodiging om de intertekstuele dimensie ook inhoudelijk
te verkennen.
Boeken |
Aeneis/Eneas |
Margriete |
Heinric |
I |
Van Troje naar
Carthago
Grote ontreddering bij Eneas (storm) |
Van Limborch naar
Athene
Ontreddering (bos) |
|
II |
Verhaal Aeneas |
|
Vrolijk op
queeste |
III |
Vervolg verhaal
Aeneas |
|
Vervolg queeste
Liefde met Europa |
IV |
Jacht en liefde
met Dido
Aeneis verlaat Carthago
Liefdeswaanzin en zelfmoord |
Liefdeswaanzin
Echites
Belofte aan Echites
Echites verlaat Athene |
|
V |
|
Echites ontmoet
vader van Margriete
Verwijzing naar toekomst Margriete |
|
VI |
Helletafereel
Aeneis ontmoet vader
Verwijzing naar toekomst |
|
|
VII |
Aeneis in Latium
Turnus, afgewezen minnaar van koningsdochter Lavinia
verklaart oorlogBelegering van Montalban |
M. in
Constantinopel |
H. in
Constantinopel
Oorlog door sultan van Babilonië, minnaar van de
keizersdochter Eusebia
Belegering van Constantinopel |
VIII |
Aeneis reist naar
het rijk van Euander
Versterkingen komen aan voor beide partijen |
|
H. reist naar
Armenië
Versterkingen voor beide partijen |
IX |
Gevechten met
grote verliezen aan beide zijden |
|
Gevechten met
grote verliezen aan beide zijden |
X |
|
|
|
XI |
Wapenstilstand
Lavinia ontdekt de liefde
Verliefdheid van Eneas |
Glansrol M.
tijdens koningsspel (met verliefde paren) |
Wapenstilstand |
XII |
Eindstrijd en
overwinning Aeneas
Turnus wordt gedood
Eneas trouwt Lavinia en wordt koning van Latium |
Margriete trouwt
met Echites; ze wordt koningin van Armenië |
Eindstrijd en
overwinning van christenen
Sultan wordt gedood
H. trouwt Eusebia en wordt keizer van Constantinopel |
Dat Heinric, vooral in het tweede deel (strijd, verdediging
van het christendom), gemodelleerd wordt naar de figuur van
Eneas kan nauwelijks verbazing wekken. De jonge held verlaat
definitief zijn geboortestreek Limborch om zijn geslacht vele
malen te verhogen in een nieuwe keizerlijke dynastie in
Constantinopel. Het prestige van Limburg (dat sinds 1288 bij
het hertogdom Brabant ging behoren) werd er beslist niet
minder op.
Wat wel verbazing wekt, is dat de jonge vrouw Margriete
(vooral in het eerste deel: een pijnlijke tocht,
problematische liefde) trekken krijgt van een nieuwe Eneas.
Eneas wordt in de eerste boeken van het epos met nogal wat
ellende en tegenwerking geconfronteerd. En ook hij klaagt en
jammert, maar komt uiteindelijk tot het inzicht:
Hom qui se met en autrui terre,
Qui veult ne gain ne bien conquerre,
A grant honnor ne puet venir
Se bien ne mal ne puet souffrir. (Roman d'Eneas, vv.
226-229)
[= Hij die andermans land aandoet, en die of winst of
bezittingen wil veroveren, kan geen grote eer verwerven
indien hij niet zowel het goed als het kwade wil doorstaan]
Dit inzicht - aanvaarden van het avontuur - betreft hier de
grote held Eneas; in de Limborch wordt deze nieuwe
mentaliteit op een jonge vrouw getransponeerd. Zoals Eneas zal
Margriete uit de diepste ellende opklimmen tot de hoogste eer
als algemeen aanvaarde raadgeefster tijdens het Koningsspel
(XI) en koningin van Armenië (XII). Dat dit een vrouw
overkomt, mag op zijn minst origineel worden genoemd.
Terug naar Inleiding: de
middeleeuwse roman |